· 

Historie: Marco van Lochem, HJO Excelsior : "Lach van het kind als uitgangspunt"

De visie van Rene Meulensteen? Die moet als het om pupillen gaat met een kritische blik bekeken worden. De visie van Wiel Coerver of de daaraan afgeleide Zeister Visie? Idem dito. Marco van Lochem vindt dat een kind gewoon kind moet kunnen blijven. ,,Techniektrainingen zijn prima, maar zonder de zweem van professionaliteit die daar nu omheen hangt. Laat een kind ook daadwerkelijk kind zijn. Het leven is al serieus genoeg.” Praat hier een leraar, een psycholoog? Nee, het is toch echt een ervaringsdeskundige en niet de eerste de beste. Marco van Lochem is immers al negen jaar hoofd opleidingen van Excelsior.

 

Daarmee is de 39-jarige Van Lochem de langste zittende hoofd opleiding van alle BVO’s. ,,Ik deelde dat record met Gerard Nijkamp van FC Zwolle totdat hij dit jaar besloot om Mark Wotte te volgen naar Qatar”, verklaart de man die op het hoogste amateurniveau speelde bij Devjo uit Voorburg en daarna hoofd opleidingen werd bij die club en Forum Sport.

 

Hij spreekt het niet uit, maar uit zijn hele intonatie en houding valt op te maken dat hij best trots op zijn lange dienstverband is. En in zeker opzicht is het ook wel enigszins verbazingwekkend dat hij het zo lang uithoudt, want de inwoner van Waddinxveen schroomt niet om heilige huisjes omver te trappen. ,,Dat hele gedoe van mentale begeleiding en persoonlijkheidsanalyses voor pupillen, dat gaat mij echt een brug, of nee, zelfs twee bruggen te ver. Trainers die daar fan van zijn, moeten eens in de spiegel kijken. Hoe waren ze zelf toen ze kind waren? Natuurlijk, je moet wel de techniek van een pupil bijschaven, maar dat moet op een natuurlijke manier gebeuren. Ik vind de begeleiding, zoals René Meulensteen die voorstaat, te intensief voor kinderen van die leeftijd. En wat betreft de KNVB, die ontwikkelt alsmaar nieuwe cursussen en presenteert ze als ‘de leerstof voor de toekomst’. Nou, ik kan je zeggen dat het wiel al lang is uitgevonden en dat de KNVB het, om het zachtjes uit te drukken, ook om de inkomsten gaat. De bestaande, inmiddels wat verstofte kennis wordt in een nieuw jasje gegoten en als iets compleet nieuws gepresenteerd. Dan ben je bij mij aan het verkeerde adres.”

 

Excelsior kent zijn eigen manier om pupillen op te leiden. ,,Dat wil zeggen, we laten ze bewust op lager niveau voetballen”, verklaart Van Lochem. ,,Vertel jij maar eens: welke talentvolle F-pupil weet later daadwerkelijk zijn brood te verdienen met voetbal? Juist, bijna geen één. Dat is dus één van de redenen dat onze D1 in de tweede divisie en onze E1 en F1 op het hoogste regionaal niveau speelt. Bovendien, wat heeft het voor zin om naar AZ te gaan en daar met 10-0 te worden ingemaakt? Voor een club als Excelsior is dat niet interessant, wij moeten het in eerste instantie hebben van de regionale binding. Als je het kinderen naar de zin maakt, zijn ze ook geneigd langer bij je te blijven. Dát is ook een manier om de prestaties te bevorderen, alleen op de iets langere termijn. Vanaf de C-junioren wordt het namelijk bij ons een stuk prestatiever, maar dan zijn de kinderen al in de pubertijd en kunnen ze het hardere klimaat ook aan.”

 

Cultuur

 

Wie het trainingscomplex van Excelsior bezoekt, krijgt de indruk dat die cultuur nooit echt hard kan zijn. In de kleine kantine wordt dancemuziek gedraaid, maar dat leidt niet tot een frons van ergernis bij de vaders, moeders en opa´s van 65 jaar en ouder die geanimeerd met elkaar zitten te praten. In de nabijgelegen kamer, achter een paar kratten, waar kort geleden nog flessen frisdrank en bier in zaten, heeft Van Lochem plaats genomen. De tafel, de stoelen, de gehele inrichting met posters en bekers, het ademt de gemoedelijke sfeer van de jaren tachtig uit. ,,Het was vroeger echt niet altijd slechter``, stelt Van Lochem.

 

,,Omdat Excelsior niet net zoals sommige andere clubs een zakelijke, koude uitstraling heeft gekregen, maar de eigen cultuur trouw is gebleven, komen veel bekende jongens hier nog regelmatig buurten. Royston Drenthe en Luigi Bruins bijvoorbeeld.``

 

Drenthe is een goed voorbeeld van de wijze hoe de Rotterdamse eredivisionist, die overigens dit jaar wel een tweede kunstgrasveld heeft gekregen, jeugdspelers opleidt. ,,Hij is te vroeg weggestuurd door Feyenoord wegens zijn gedrag, werd bij ons vervolgens goed opgevangen en heeft toen op het juiste moment de stap terug gemaakt``, laat Van Lochem weten.

 

Dat eigenzinnige van Excelsior op jeugdtechnisch gebied blijkt vooral bij de E-pupillen. De grootste talenten voetballen niet op een heel veld bij de D-pupillen, zoals gebruikelijk is bij de BVO´s, maar op een half veld tegen leeftijdgenoten. Van Lochem: ,,Ik ben helemaal van het idee afgestapt dat de meest talentvolle E-pupillen bij de D-pupillen op een heel veld moeten spelen. Het is fysiek te zwaar, ze worden te moe en ze kunnen daardoor hun techniek niet bijschaven. Bovendien, ze scoren ook niet. Dat is toch niet leuk voor een kind dat in de eerste plaats speelt om te scoren zoals hij dat zijn idolen Van Nistelrooy en Huntelaar op televisie heeft zien doen.``

 

Maar er is ook een zakelijk argument. ,,Als je kijkt naar het eerste team van Excelsior, dan moet je constateren dat veel goals maken een probleem is``, verklaart de man uit Waddinxveen. ,,Door de pupillen op lager niveau te laten spelen, scoren ze meer en scherpen ze zogezegd hun neusje voor het maken van doelpunten aan. En dat beleid werkt. Vorig jaar maakte de E1 meer dan honderd doelpunten.`

 

Kraakhelder

 

De technische eisen die de BVO stelt aan zijn pupillen zijn kraakhelder. ,,Als de effi es overstappen naar de E-pupillen moeten ze kunnen dribbelen en hun man in een één tegen één situatie uitspelen``, vertelt Van Lochem. ,,Bij de E-pupillen wordt naar mate ze ouder worden het tactische aspect steeds belangrijker. Als ze overstappen naar de D-pupillen moeten ze herkennen bij een één tegen één situatie of ze hun man kunnen uitspelen of de bal moeten overspelen naar de mee opkomende teamgenoot. Dat wil zeggen dat, als ze twee keer hun man niet zijn voorbijgekomen, ze uit henzelf eens moeten gaan kijken of er niet een afspeelmogelijkheid is. Bij de D-pupillen vinden we het uitermate belangrijk dat de communicatie in de linies verbetert. Doel is niet alleen dat de verdedigers, maar ook de middenvelders en de aanvallers elkaar blindelings weten te vinden.``

 

 

Wat betreft het puur technische aspect, waar Rene Meulensteen zo de nadruk op legt, stelt Van Lochem dat er na de pupillen nog genoeg tijd is om een en ander bij te schaven. ,,Het heeft geen zin om een kind zo strikt te begeleiden. Nogmaals, dat blijkt wel uit de statistieken hoeveel talentvolle pupillen daadwerkelijk de top halen.`` Hij is even stil zegt dan op stevige toon dat hij in zijn vijfde jaar als hoofd jeugdopleidingen van Excelsior de A1, B1 en C1 op het hoogste jeugdniveau had gebracht. ,,Nu zijn we teruggezakt, omdat onze beste jeugdspelers al in hun pupillentijd worden weggeplukt door de grote clubs. Dat is zinloos beleid en niet goed voor de kinderen. Hét is wel een compliment voor onze jeugdopleiding, ook al omdat we er steeds weer in slagen een nieuw blik aan talenten open te trekken.